Brussel broedt op fiscale plannen tegen techbedrijven
Terwijl Amazon een schikking treft met de Franse autoriteiten over achterstallige betalingen, werkt de EU aan een GAFA-taks. Dat houdt een belasting in voor grote techbedrijven als Google, Apple, Facebook en Amazon. De Europese Commissie komt volgende maand met voorstellen, maar lichtte alvast een tipje van de sluier op.
De rulings, belastingafspraken tussen de fiscus en multinationals, stuiten op kritiek in binnen- en buitenland. Fiscalisten willen dat de Belastingdienst meer openheid geeft over deze afspraken, schreef het Financieele Dagblad. Een enkeling pleit voor afschaffing. En, het kabinet had het nog zo gezegd: de BPM gaat omlaag. Dus niet. De belasting op nieuwe auto’s is juist flink toegenomen.
‘Techbedrijven moeten belasting betalen in iedere EU-lidstaat’
Amazon is dus de pineut. Hoeveel de Amerikanen moeten dokken is niet bekend. De Franse fiscus eiste een bedrag van haast 200 miljoen euro wegen achterstallige belastingbetalingen en bijbehorende rente. De belasting werd gevorderd omdat Amazon in de periode 2006-2012 op grote schaal inkomsten had in Frankrijk, maar daar weinig of geen belasting over betaalde.
Techbedrijven worden meestal belast op winsten die worden behaald door dochterondernemingen in landen met lage belastingen, zoals Ierland en Luxemburg. Als het aan de Europese Commissie ligt, moet hieraan een einde komen. Plannen hierover komen volgende maand naar buiten, maar commissaris Pierre Moscovici nam voor de Franse radiozender J alvast een voorschot.
Volgens hem betalen techbedrijven gemiddeld 9 procent belasting in de Europese Unie, terwijl het gemiddelde voor overige sectoren op 23 procent ligt. Brussel wil vastleggen dat een internetconcern belasting betaalt in elk land, gebaseerd op de behaalde omzet en winst in dat land.
Daarnaast wil Moscovici indicatoren opstellen om beter zicht te hebben op de activiteiten van alle techgiganten met meer dan 750 miljoen euro aan omzet. Deze indicatoren, zoals advertenties en de hoeveelheid kliks, moeten worden gebruikt voor het heffen van belasting. Volgende maand dus meer nieuws hierover.
‘Rulings schaden de Nederlandse reputatie in het buitenland’
Nederland doet zich graag voor als het braafste jongetje van de klas, maar het haalt ondertussen best wat streken uit. Rulings zijn daar een van. De deal van de fiscus met multinationals om ze vooraf zekerheid te geven over hun fiscale verplichtingen schaadt de Nederlandse reputatie en ondermijnt de onderhandelingspositie binnen de EU, vinden enkele fiscalisten.
Andere landen vinden immers dat ons land zich bezondigt aan de schadelijke belastingconcurrentie. Beter is het daarom volgens fiscalist en voormalig politiek adviseur Michiel Spanjers om de belastingafspraken af te schaffen, stelt hij in het Financieele Dagblad. Dat vinden twee andere specialisten te ver gaan. Fiscaal econoom Leo Stevens stelt dat Nederland niets onwettigs doet.
Het probleem, in de ogen van Stevens, is dat bij de rulings lang niet altijd helder is wat wel en niet binnen de wet en internationale rechtsorde past. ‘De geur van geheimzinnigheid en achterkamertjes is een groot probleem’, zegt universitair hoofddocent belastingrecht Jan Vleggeert. ‘Als je rulings levensvatbaar wilt houden, moet je ze net als België geanonimiseerd publiceren op een website.’
Het stond anders op papier, maar de BPM is toch gestegen
Het kabinet had het nog zo afgesproken: de BPM gaat omlaag. Zo staat het in een Autobrief. Dat is er niet van gekomen. Uit cijfers van de Rai Vereniging blijkt dat een toename is van meer dan 17 procent in 2017. Gemiddeld steeg de BPM op een nieuwe wagen van 3.927 euro naar 4.620 euro. Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
De BPM komt tot stand op basis van de CO2-uitstoot van een nieuwe auto. Aan de hand van die uitstoot valt een auto in een bepaalde categorie: 1 staat voor heel weinig uitstoot en 5 voor heel veel. Aan elke categorie zit een tarief vast. Hoe groter de uitstoot, des te hoger het tarief. Het kabinet heeft inderdaad de BPM verlaagd, maar tegelijkertijd de categorieën aangescherpt. Auto’s komen daardoor terecht in een hogere categorie en dus wordt er meer BPM betaald.
De volledige opbrengst uit de BPM steeg in 2017 zelfs met 27 procent. Grote winnaar is dus het Rijk.