Toggle navigation

Contact

Bel onze adviseurs
020 - 344 59 00,
of e-mail ons geheel
vrijblijvend
info@koppeladvies.nl

Geschreven door:
Marijn Bitter

23-12-2013

Prejudiciële vragen toepassing eigenwoningregeling buitenlands belastingplichtige

Prejudiciële vragen toepassing eigenwoningregeling buitenlands belastingplichtige

De Hoge Raad heeft vragen over het recht op aftrek van hypotheekrente voor een buitenlands belastingplichtige voorgelegd aan het Hof van Justitie EU. Het gaat over iemand die gedurende drie maanden in Duitsland woonde en in Nederland werkte. Daarna vertrok hij naar de VS. De eigen woning in Duitsland werd op 20 juni van dat jaar verkocht.

Zou deze persoon in Nederland hebben gewoond in plaats van in Duitsland, dan had hij recht gehad aftrek van de betaalde hypotheekrente. Hof Den Bosch stond aftrek toe, onder verwijzing naar het arrest Renneberg van het Hof van Justitie EU. Volgens het hof moest de belanghebbende in deze procedure op één lijn worden gesteld met een inwoner van Nederland die emigreert naar de VS. De werkstaat moet volgens rechtspraak van het Hof van Justitie EU aan niet-ingezetenen persoonlijke fiscale voordelen toekennen indien ten minste 90% van het wereldinkomen van de betrokkenen is belast in de werkstaat. Volgens de staatssecretaris van Financiën geldt deze 90%-norm op jaarbasis.

De Hoge Raad vraagt zich af hoe de rechtspraak van het Hof van Justitie EU in een geval als dit moet worden uitgelegd en toegepast. De Hoge Raad denkt dat een toerekening naar tijdsgelang meer voor de hand ligt. De inkomenstoets kan alleen worden toegepast voor de periode van buitenlandse belastingplicht in de werkstaat en binnenlandse belastingplicht in de woonstaat. Die benadering zou tot gevolg hebben dat het negatieve inkomen uit de eigen woning door Nederland als werkstaat in aanmerking moet worden genomen. Of deze interpretatie juist is, blijkt echter niet uit de bestaande rechtspraak van het Hof van Justitie EU.

Send this to a friend